1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Het trainen van spiergroepen is essentieel voor een algehele fitheid, een strakker en gezonder lichaam, en het verbeteren van sportprestaties. Of je nu een beginnende sporter bent die de wereld van krachttraining verkent of een doorgewinterde atleet die zijn of haar prestaties naar een hoger niveau wil tillen, het effectief trainen van spiergroepen kan je helpen om je doelen te bereiken.
Spiergroepen zijn groepen spieren die samenwerken om een bepaalde beweging of functie uit te voeren. Door deze spiergroepen op de juiste manier te trainen, kun je een evenwichtig en functioneel lichaam opbouwen, blessures voorkomen en de efficiëntie van je trainingen verbeteren. Het is belangrijk om een holistische benadering te hanteren bij het trainen van spiergroepen, waarbij zowel grote spieren (zoals borst, rug en benen) als kleinere spieren (zoals schouders, armen en core) worden aangepakt.
In dit artikel zullen we de basisprincipes van het trainen van spiergroepen bespreken, waaronder de verschillende spiergroepen, de beste oefeningen om ze te trainen, en hoe je een trainingsprogramma kunt samenstellen dat aansluit bij jouw specifieke doelen en behoeften. Of je nu streeft naar gewichtsverlies, spieropbouw, of het verbeteren van je algehele fitheid, het begrijpen en toepassen van de principes van spiergroeptraining zal je helpen om sneller en effectiever resultaten te behalen.
Het trainen van spiergroepen is een effectieve manier om je algehele kracht, uithoudingsvermogen en fysieke prestaties te verbeteren. Door regelmatig verschillende spiergroepen te trainen, zorg je voor een evenwichtige ontwikkeling van je spieren en verklein je de kans op blessures. Hier zijn enkele belangrijke spiergroepen en oefeningen die je kunt gebruiken om ze te trainen:
Borst:
Bankdrukken (barbell of dumbbells)
Push-ups
Borstvliegen (met dumbbells of kabels)
Rug:
Deadlifts
Pull-ups of chin-ups
Roeien (barbell, dumbbell of kabel)
Schouders:
Schouderdrukken (barbell of dumbbells)
Zijwaartse raises (met dumbbells of kabels)
Face-pulls
Biceps:
Biceps curls (met dumbbells, barbell of kabels)
Hammer curls (met dumbbells)
Concentratiecurls (met dumbbells)
Triceps:
Triceps dips
Skullcrushers (met een barbell of dumbbells)
Triceps pushdowns (met kabels)
Benen:
Squats (barbell, dumbbell of lichaamsgewicht)
Lunges (met dumbbells, barbell of lichaamsgewicht)
Leg press
Billen:
Glute bridges
Hip thrusts
Kabel pull-throughs
Core (buik- en onderrugspieren):
Planks
Crunches of sit-ups
Superman oefeningen
Het is belangrijk om een evenwichtig trainingsprogramma op te stellen waarin alle spiergroepen aan bod komen. Dit helpt je om een gebalanceerd en sterk lichaam op te bouwen en het risico op blessures en onevenwichtigheden te verminderen. Je kunt je trainingen indelen op basis van het zogenaamde 'split-schema', waarbij je op verschillende dagen van de week verschillende spiergroepen traint, of je kunt kiezen voor een full-body schema waarbij je meerdere spiergroepen in één trainingssessie traint.
Zorg er ook voor dat je voldoende rust neemt tussen de trainingen om je spieren de kans te geven te herstellen en sterker te worden. Een goede richtlijn is om elke spiergroep minstens 48 uur rust te geven voordat je deze opnieuw traint.
Het combineren van spiergroepen tijdens je training kan effectief zijn om tijd te besparen en een evenwichtige ontwikkeling van je spieren te bevorderen. Er zijn verschillende benaderingen die je kunt gebruiken om spiergroepen samen te trainen. Hier zijn enkele veelgebruikte combinaties:
Push-pull schema: Bij dit schema verdeel je je trainingen op basis van de bewegingsrichting van de oefeningen. Op 'push'-dagen train je spiergroepen die betrokken zijn bij duwende bewegingen (borst, schouders en triceps). Op 'pull'-dagen train je spiergroepen die betrokken zijn bij trekkende bewegingen (rug en biceps).
Boven- en onderlichaamsschema: In dit schema train je op de ene dag de spiergroepen van het bovenlichaam (borst, rug, schouders, biceps en triceps) en op de andere dag de spiergroepen van het onderlichaam (benen en billen). Je kunt je core-spieren tijdens beide sessies trainen, of afwisselend tijdens boven- en onderlichaamstrainingen.
Antagonistisch schema: Dit schema houdt in dat je tegenovergestelde spiergroepen samen traint. Enkele veelvoorkomende combinaties zijn: - Borst en rug - Biceps en triceps - Quadriceps (voorkant van de dijen) en hamstrings (achterkant van de dijen)
Full-body schema: Bij een full-body schema train je alle belangrijke spiergroepen in één trainingssessie. Dit is vooral handig als je beperkt bent in tijd of niet vaak kunt trainen. In dit geval is het belangrijk om oefeningen te kiezen die meerdere spiergroepen tegelijkertijd aanspreken, zoals squats, deadlifts, pull-ups en push-ups.
Welk schema je kiest, hangt af van je persoonlijke voorkeuren, doelen en beschikbare tijd. Zorg er altijd voor dat je voldoende rust neemt tussen de trainingen om je spieren de kans te geven te herstellen en sterker te worden. Idealiter geef je elke spiergroep minstens 48 uur rust voordat je deze opnieuw traint.
Het tegelijkertijd trainen van spiergroepen kan zorgen voor een efficiënte en evenwichtige ontwikkeling van je spieren. Hier zijn enkele veelgebruikte combinaties om tegelijkertijd te trainen:
Borst en triceps: Deze spiergroepen werken samen bij duwende bewegingen, zoals bankdrukken en push-ups. Door ze tegelijkertijd te trainen, kun je profiteren van de synergie tussen deze spieren.
Rug en biceps: De rug- en bicepsspieren werken samen bij trekkende bewegingen, zoals pull-ups en roeioefeningen. Door ze samen te trainen, kun je een efficiënte training krijgen voor beide spiergroepen.
Schouders en armen (biceps en triceps): Het trainen van schouders samen met de armen kan zorgen voor een evenwichtige ontwikkeling van het bovenlichaam. Oefeningen zoals schouderdrukken en zijwaartse raises werken goed samen met biceps curls en triceps dips.
Benen en billen: De meeste beenoefeningen, zoals squats en lunges, trainen ook de bilspieren. Door deze spiergroepen samen te trainen, kun je een effectieve en complete onderlichaamstraining krijgen.
Full-body training: In een full-body schema train je alle belangrijke spiergroepen in één sessie. Dit is vooral handig als je beperkt bent in tijd of niet vaak kunt trainen. Kies compound oefeningen die meerdere spiergroepen tegelijkertijd aanspreken, zoals deadlifts, squats, pull-ups en push-ups.
Welke combinatie je kiest, hangt af van je persoonlijke voorkeuren, doelen en beschikbare tijd. Ongeacht de combinatie die je kiest, zorg ervoor dat je voldoende rust neemt tussen de trainingen om je spieren de kans te geven te herstellen en sterker te worden. Idealiter geef je elke spiergroep minstens 48 uur rust voordat je deze opnieuw traint.
Een goed trainingsschema helpt je om je spiergroepen effectief en efficiënt te trainen. Hier zijn enkele voorbeelden van schema's die je kunt gebruiken om je spiergroepen te trainen. Pas deze schema's aan op basis van je persoonlijke doelen, beschikbare tijd en fitnessniveau.
Dag 1: Push (borst, schouders, triceps)
Dag 2: Pull (rug, biceps)
Dag 3: Rust
Dag 4: Push (borst, schouders, triceps)
Dag 5: Pull (rug, biceps)
Dag 6: Rust
Dag 7: Rust
Dag 1: Bovenlichaam (borst, rug, schouders, biceps, triceps)
Dag 2: Onderlichaam (benen, billen)
Dag 3: Rust
Dag 4: Bovenlichaam (borst, rug, schouders, biceps, triceps)
Dag 5: Onderlichaam (benen, billen)
Dag 6: Rust
Dag 7: Rust
Dag 1: Borst en rug
Dag 2: Biceps en triceps
Dag 3: Quadriceps en hamstrings
Dag 4: Rust
Dag 5: Borst en rug
Dag 6: Biceps en triceps
Dag 7: Quadriceps en hamstrings
Dag 1: Full-body workout (compound oefeningen)
Dag 2: Rust
Dag 3: Full-body workout (compound oefeningen)
Dag 4: Rust
Dag 5: Full-body workout (compound oefeningen)
Dag 6: Rust
Dag 7: Rust
Vergeet niet om je core-spieren (buik en onderrug) tijdens je trainingen in te plannen. Je kunt deze spiergroepen trainen tijdens je boven- of onderlichaamssessies, of je kunt ervoor kiezen om ze aan het einde van elke training te trainen.
Zorg er ook voor dat je voldoende rust neemt tussen de trainingen om je spieren de kans te geven te herstellen en sterker te worden. Idealiter geef je elke spiergroep minstens 48 uur rust voordat je deze opnieuw traint. Pas je trainingsschema aan op basis van je persoonlijke behoeften en luister naar je lichaam. Als je merkt dat je niet voldoende herstelt of overbelast raakt, geef jezelf dan meer rustdagen of pas de intensiteit en het volume van je trainingen aan.
Hoe vaak je een spiergroep traint per week, hangt af van je fitnessdoelen, ervaringsniveau en beschikbare tijd. Hier zijn enkele richtlijnen voor het trainen van spiergroepen per week:
Beginners: Als je nieuw bent in krachttraining of weer begint na een lange pauze, is het raadzaam om elke spiergroep 2-3 keer per week te trainen. Een full-body schema, waarbij je alle belangrijke spiergroepen in één sessie traint, kan effectief zijn voor beginners. Je kunt 3 dagen per week trainen met minstens één rustdag tussen de trainingen.
Gevorderden: Als je al enige ervaring hebt met krachttraining, kun je overwegen om elke spiergroep 2-4 keer per week te trainen, afhankelijk van je doelen en herstelvermogen. Gevorderde sporters kunnen kiezen voor een boven- en onderlichaamsschema, push-pull schema, of een splitschema waarbij je elke spiergroep afzonderlijk traint. Zorg ervoor dat je elke spiergroep minimaal 48 uur rust geeft voordat je deze opnieuw traint.
Bodybuilders en krachtsporters: Voor sporters die zich richten op maximale spiergroei of kracht, kan het trainen van elke spiergroep 1-2 keer per week voldoende zijn. In dit geval worden vaak splitschema's gebruikt waarbij je op verschillende dagen van de week verschillende spiergroepen traint. Hierbij is het belangrijk om voldoende rust en herstel in te plannen om overbelasting te voorkomen.
Ongeacht je fitnessdoelen en ervaringsniveau, is het essentieel om goed naar je lichaam te luisteren en je trainingen aan te passen op basis van je herstel en voortgang. Als je merkt dat je niet voldoende herstelt of je voortgang stagneert, overweeg dan om je trainingsfrequentie, intensiteit of volume aan te passen. Vergeet niet dat rust en herstel net zo belangrijk zijn als de training zelf voor het bereiken van je fitnessdoelen.
Afhankelijk van je fitnessdoelen, ervaringsniveau en beschikbare tijd, kun je ervoor kiezen om 3, 4 of 5 dagen per week spiergroepen te trainen. Hier zijn enkele voorbeelden van trainingsschema's voor elk van deze frequenties:
Een full-body schema is geschikt voor 3 dagen per week. Je traint alle belangrijke spiergroepen in elke trainingssessie, met minimaal één rustdag tussen de sessies. Dit schema is ideaal voor beginners of mensen met beperkte tijd.
Dag 1: Full-body workout
Dag 2: Rust
Dag 3: Full-body workout
Dag 4: Rust
Dag 5: Full-body workout
Dag 6: Rust
Dag 7: Rust
Voor 4 dagen per week kun je kiezen voor een boven- en onderlichaamsschema of een push-pull schema. Beide schema's bieden een evenwichtige benadering van krachttraining en zijn geschikt voor mensen met enige ervaring.
1. Boven- en onderlichaamsschema:
Dag 1: Bovenlichaam
Dag 2: Onderlichaam
Dag 3: Rust
Dag 4: Bovenlichaam
Dag 5: Onderlichaam
Dag 6: Rust
Dag 7: Rust
2. Push-pull schema:
Dag 1: Push (borst, schouders, triceps)
Dag 2: Pull (rug, biceps)
Dag 3: Rust
Dag 4: Push (borst, schouders, triceps)
Dag 5: Pull (rug, biceps)
Dag 6: Rust
Dag 7: Rust
Als je 5 dagen per week wilt trainen, kun je overwegen om een splitschema te gebruiken waarbij je elke spiergroep afzonderlijk traint. Dit schema is geschikt voor gevorderde sporters die zich richten op maximale spiergroei of kracht.
1. Voorbeeld splitschema:
Dag 1: Borst
Dag 2: Rug
Dag 3: Benen
Dag 4: Schouders
Dag 5: Armen (biceps en triceps)
Dag 6: Rust
Dag 7: Rust
Zorg ervoor dat je voldoende rust en herstel inplant, ongeacht het gekozen schema. Idealiter geef je elke spiergroep minstens 48 uur rust voordat je deze opnieuw traint. Pas je trainingsschema aan op basis van je persoonlijke behoeften en luister naar je lichaam om overbelasting of blessures te voorkomen.
De vijf grote spiergroepen zijn belangrijke spiergroepen die het grootste deel van je lichaam beslaan en bij veel bewegingen betrokken zijn. Hier zijn de vijf grote spiergroepen:
Borstspieren (pectoralis major en minor): De borstspieren zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van duwende bewegingen en het stabiliseren van de schouders. Oefeningen zoals bankdrukken, push-ups en borstvliegen zijn gericht op het trainen van de borstspieren.
Rugspieren (latissimus dorsi, trapezius, rhomboids, erector spinae): De rugspieren zijn betrokken bij het uitvoeren van trekkende bewegingen en het stabiliseren van de wervelkolom. Oefeningen zoals pull-ups, roeien, en deadlifts zijn gericht op het trainen van de rugspieren.
Beenspieren (quadriceps, hamstrings, kuiten): De beenspieren zijn verantwoordelijk voor het ondersteunen van het lichaamsgewicht en het uitvoeren van bewegingen zoals lopen, rennen, springen en hurken. Oefeningen zoals squats, lunges, deadlifts en kuitverhogingen richten zich op het trainen van de beenspieren.
Schouderspieren (deltaspieren): De schouderspieren zijn betrokken bij het heffen, draaien en stabiliseren van de armen. Oefeningen zoals schouder-drukken, zijwaartse raises en front raises zijn gericht op het trainen van de schouderspieren.
Armspieren (biceps en triceps): De armspieren zijn verantwoordelijk voor het buigen en strekken van de elleboog. Oefeningen zoals biceps curls, triceps dips en skull crushers zijn gericht op het trainen van de armspieren.
Bij het samenstellen van een trainingsprogramma is het belangrijk om alle grote spiergroepen op te nemen om een evenwichtige en functionele lichaamsontwikkeling te bereiken. Compound oefeningen, die meerdere spiergroepen tegelijkertijd aanspreken, zijn een effectieve manier om deze spiergroepen te trainen en tijd te besparen.
Ja, het is zeker mogelijk om twee spiergroepen op één dag te trainen. Sterker nog, het is een veelgebruikte methode in krachttraining. Het combineren van spiergroepen in één trainingssessie kan je helpen om efficiënter te trainen en je trainingstijd te optimaliseren.
Bij het kiezen van spiergroepen om samen te trainen, is het belangrijk om te overwegen welke spiergroepen goed samenwerken en elkaar niet te veel overlappen. Enkele populaire combinaties zijn:
Borst en triceps: Beide spiergroepen zijn betrokken bij duwende bewegingen, dus het trainen ervan op dezelfde dag is logisch en efficiënt.
Rug en biceps: Deze spiergroepen werken samen bij trekkende bewegingen, waardoor het nuttig is om ze op dezelfde dag te trainen.
Benen en billen: Veel beenoefeningen, zoals squats en lunges, trainen ook de bilspieren, dus het combineren van deze spiergroepen kan een effectieve onderlichaamstraining opleveren.
Een andere benadering is het trainen van antagonistische spiergroepen, zoals het combineren van borst- en rugspieren of biceps- en tricepsspieren. Spieren die elkaars tegenhanger zijn dus. Dit kan helpen bij het behouden van balans en het voorkomen van onevenwichtigheden in het lichaam.
Houd er rekening mee dat het belangrijk is om voldoende rust en herstel in te plannen tussen de trainingen. Geef elke spiergroep idealiter minstens 48 uur rust voordat je deze opnieuw traint. Luister naar je lichaam en pas je trainingsprogramma aan op basis van je persoonlijke behoeften en voorkeuren.
De volgorde waarin je spiergroepen traint, hangt af van je persoonlijke doelen, voorkeuren en het type trainingsschema dat je volgt. Hier zijn enkele algemene richtlijnen om te overwegen bij het plannen van de volgorde van je training:
Prioriteit geven aan zwakkere spiergroepen: Als je een bepaalde spiergroep wilt verbeteren of versterken, train deze dan eerst in je trainingssessie. Je energieniveaus zijn op dat moment het hoogst, waardoor je in staat bent om de meeste inspanning te leveren en je zwakkere spiergroep effectiever te trainen.
Grote spiergroepen eerst: Over het algemeen wordt aanbevolen om grote spiergroepen zoals borst, rug en benen eerst te trainen, gevolgd door kleinere spiergroepen zoals schouders, biceps en triceps. Grote spiergroepen vereisen vaak meer energie en inspanning, dus het is logisch om ze te trainen wanneer je het meest uitgerust bent.
Compound oefeningen eerst: Begin je training met compound oefeningen, zoals squats, deadlifts, bankdrukken en pull-ups. Deze oefeningen werken meerdere spiergroepen tegelijk en vereisen een goede techniek en coördinatie. Door deze oefeningen aan het begin van je training uit te voeren, zorg je ervoor dat je voldoende energie en focus hebt om ze goed uit te voeren.
Trainingsdoelen: Als je specifieke trainingsdoelen hebt, zoals het vergroten van je bovenlichaam, kun je ervoor kiezen om eerst de spiergroepen te trainen die je het meest wilt verbeteren.
Bij het plannen van je trainingsschema is het belangrijk om rekening te houden met je persoonlijke doelen en voorkeuren, evenals met een evenwichtige benadering om alle spiergroepen gedurende de week te trainen. Als je niet zeker weet hoe je je training het beste kunt indelen, overweeg dan om advies te vragen aan een personal trainer of fitnessprofessional.